zondag 23 augustus 2009

Donder (op) padjes - Vrijdag 21 augustus

Vanavond met Arthur de stoute schoenen weer aangetrokken en na enkele maanden was het weer tijd voor een 'ouderwets' avondje op de brasem en paling op de Noord. Gewapend met feederhengel en stevige stok voor de paling wierpen we, na een voerplek te hebben gemaakt, de maden en de voerkorf 30 meter de rivier in. Nu maar wachten.

Zoals eerder beschreven heet vissen nog steeds geen vangen en bestaat een deel van de vispret uit de spanning om iets groots, iets nieuws of iets bijzonders te vangen. Ik kan het me nog goed herinneren dat ik ruim een jaar geleden een keer een bijzondere vangst had gedaan. Ik had dit beestje nog nooit in levende lijve gezien en moest op internet opzoeken hoe zijn naam luidde. Het bleek om een rivier donderpad te gaan, ook wel kwakbol of rivierknorhaan genoemd. Het is een inheemse vissoort en Wikipedia (
www.wikipedia.nl) vermeldde dat het een zeldzaam soort betreft wat op de lijst van beschermde diersoorten staat. Het enige jammere is dat het beestje maar zo'n 15 cm kan worden, maar goed, een nieuwe soort in de Nederlandse wateren is altijd van harte welkom.

We gaan terug naar de waterkant. Na een halve minuut zie ik al een voorzichtige beweging in mijn hengeltop en na enige twijfel tussen een aanbeet of de golven, besluit ik aan te slaan. MMMM, niets.... denk ik. Ik draai mijn lijn binnen en tot mijn grote verbazing hangt er onder mijn lood een kleine donderpad aan mijn haak te bungelen. Enkele weken geleden bij Kinderdijk hadden Arthur en ik er ook diverse gevangen, dus dit maal was mij enthousiasme iets minder bij het zien van de kwakbol. Na een moeizame onthaking snel ingooien en nu hopen op een ouderwetse brasem. Een half uur en vijf donderpadjes verder, beginnen we door te krijgen dat deze beestjes niet zo zeldzaam meer zijn en al helemaal niet meer met uitsterven bedreigd worden. Sterker nog: die beesten fokken als konijnen en zijn zo irritant aanwezig, dat ze continu het aas van je haak vreten, voordat er ook maar een brasem in de buurt kan komen. Ook de term ‘knorhaan’ begrijp ik inmiddels. Ze slikken het aas met de haak zo ver in, dat het er bijna weer aan de achterkant weer uitkomt en bij het onthaken knorren ze echt……




Begrijp me niet verkeerd, ik wil echt niet ondankbaar doen en vind het prima als vissen graag bijten. Deze beestjes planten zich echter zo snel voort, slikken de haken zo ver in en geven zo weinig weerstand bij het binnendraaien, dat wat mij betreft de officiële naam tijdelijk gewijzigd mag worden in donder-op-padjes, tot het moment dat ze weer lekker met uitsterven bedreigd worden en je er bij hoge uitzondering één kan vangen.

We besluiten onze onderlijnen te vervangen en knopen een worm op de haak in de hoop een paling te kunnen vangen. Na enkele minuten beweegt mijn hengeltop voorzichtig… het zou toch niet…..
Ja hoor, bij het binnendraaien verschijnt er weer zo’n knorkop boven water, dit maal met een palinghaak achter in z’n kleine lichaampje. Gelukkig blijkt dit de laatste van de avond te zijn en mogen we ons nog verblijden met twee (kleine) palingen. Dit brengt het euforie gehalte weer wat omhoog, aangezien deze vissoort wel met uitsterven bedreigd wordt, wel groot kan worden: 130 cm en als je een volwassen vrouwtje aan de lijn hebt, is het weldegelijk een zware sport om deze op het droge te krijgen. Daarbij komt nog dat een paling om zichzelf voort te planten, eerst 6000 kilometer moet zwemmen.
Respect voor de paling!


Jaco

1 opmerking:

Anoniem zei

Nuttig Zjak!!
Ik wens je toe, dat je er nog zeer veel verspeeld!!

Leo